Een wandeling langs de taalgrens in Frans-Vlaanderen, was het idee. Maar die grens is niet hard, eerder een zone waar het Frans en deze variant van het Nederlands in elkaar uitvloeien als twee kleuren inkt.
Frankrijk zag zichzelf graag als een zeshoekig kristal met Parijs als stralende kern. In de hoeken van l’Hexagone, waar nog Duits, Corsicaans, Catalaans, Baskisch, Bretons en Nederlands wordt gesproken, ziet men dat graag anders.