Naar het Land van de Anderen

Rijnbrug bij Wintersdorf

Grensverkenningen in coronatijd

De regen valt nu een dag en een nacht onafgebroken. Rivieren in Nederland, België en Duitsland zullen overstromen. Er zullen veel doden vallen. De Rijn is al gezwollen, want in het zuiden zijn de regens eerder begonnen. Pluies soutenues waarschuwt de radio. Dauerregen, zegt de Duitse radio, die je op de Franse oever ook goed kunt ontvangen.

Natuurlijk kun je oversteken via de brug bij Wintersdorf. Liever ging ik met het veerpontje dat ik op de kaart vond. Maar achter de ruitenwissers doemen knipperlichten en waarschuwingsborden op. De pont van Seltz naar Plittersdorf (en terug) is heel erg fermé, ausser Betrieb. De rivier is een grijsgroene vlakte die tussen Frankrijk en de Duitse overkant, daarginds voorbij de hekken, kolkend naar zee schuift.

De vraag was: vertalen de oplopende coronabesmettingen in Europese landen zich in strengere grenscontroles? Meer in het bijzonder, gezien de bizarre cijfers die Nederland al weken naar code rood op de Europese viruskaart stuwen: merkt de Nederlandse reiziger dat?

Ik ging op weg met een inentingsbewijs, papier en digitaal, voor de zekerheid een brief in drie talen dat het hier een dienstreis betrof en dat ik slechts op doortocht was, plus de ingevulde ‘verklaring op erewoord’, die Frankrijk officieel van elke inreiziger verlangt, dat ik de afgelopen 48 uur nog kon ruiken en proeven, niet kortademig was of ‘ongebruikelijke diarree’ had.

Veel grenzen bestaan alleen nog in naam. Friterie de la Douane, Grenz-Kebap. De grens is niet langer een slagboom

Afgezien van die ene Deense marechaussee, waarover later, was het antwoord deze week vooralsnog: nee. Sterker, vanaf Hazeldonk-West, waar de E19 van Nederland België binnenstroomt, kon ik zonder ook maar één douanier te zien doorrijden naar Luxemburg en Duitsland, terug Luxemburg in, naar Frankrijk en opnieuw naar Duitsland (via die brug over de Rijn).

Bij de oude douanebarakken aan de grote routes blijven de rolluiken neergelaten, wachthuisjes zijn vervallen of zelfs gesloopt. Veel grenzen bestaan alleen nog in naam. Friterie de la Douane, Grenz-Kebap. De grens is niet langer een slagboom, maar een bord in de berm, blauw met gele sterren, waarvoor je ook in coronatijd geen snelheid hoeft te minderen.

Totdat je bij dat gestremde pontveer komt en ontdekt wat een natuurlijke grens betekent.

Schengen

Schengen; het drielandenpunt is de witte boei in de Moezel

Over de Moezelbrug fietsen en wandelen vakantiegangers tussen Schengen, een dorp tussen de wijngaarden op de Luxemburgse oever, en dezelfde moezeldruiven die in Duitsland groeien. In de rivier ligt een witte boei. Dat is het punt waar de grenzen van Luxemburg en Duitsland raken aan de Franse. Aan boord van de salonboot Princesse Marie-Astrid werd op het drielandenpunt in 1985 het eerste Schengenakkoord getekend – tussen de toenmalige Bondsrepubliek Duitsland, Frankrijk en de Benelux-landen – dat hun binnengrenzen moest uitgummen. Tien jaar later trad het in werking en intussen omvat de ‘Schengenruimte’ 26 lidstaten.

Vorig jaar was dezelfde Moezelbrug een paar weken gebarricadeerd. Tijdens de eerste lockdown, in maart, sloten Europese landen hun grenzen met betonblokken. ‘De virusnachtmerrie kan het eind van de grenzenloze Europese droom aankondigen,’ schreef The New York Times toen.

Dreigt dat opnieuw, nu de besmettelijker Deltavariant van het coronavirus overal om zich heen grijpt?

‘Dat geloof ik niet,’ zegt Martina Kneip, directeur van het piepkleine Europa Museum in Schengen. ‘De politici weten dat het virus niet aan de grens valt te stoppen en grenssluitingen leiden tot grote onrust onder de bevolking. Dat zullen ze niet nog eens durven.’

‘Nu ontdekken jongeren dat open grenzen helemaal niet vanzelfsprekend zijn, eerder iets om te koesteren’

Dit keer gaat het om wat er ‘voorbij de grens gebeurt’, zegt ze: zo snel mogelijk vaccineren en de maatregelen die in landen afzonderlijk gelden: afstand houden, groepsgrootte, mondkapjes, het digitale Europese ‘certificaat’ dat reizen voor mensen met een prik mogelijk maakt. ‘Al is het probleem wel dat elk land andere regelingen heeft, wat het er nu niet makkelijker op maakt.’

Toch heeft die Europese grenssluiting één voordeel gebracht, zegt Martina Kneip. Juist door ‘Schengen’ is het idee van een grens voor jonge Europeanen, die gewend zijn paspoortloos van het ene naar het andere land te reizen voor een vakantie of een studiejaar, steeds minder gaan betekenen. ‘Nu ontdekten ze dat open grenzen helemaal niet vanzelfsprekend zijn, eerder iets om te koesteren.’

Vos papiers, s’il vous plaît

De grenzen van vroeger. Wachten in de file voor Lille, op de achterbank van onze doorhangende Citroën Ami 6 tussen stripboeken die al lang voor de grens uit waren. Achter de zonneklep een envelop met Franse francs en Belgische franken, die mijn vader daags tevoren bij de bank heeft opgehaald. Steeds een stukje vooruit, hopen dat de motor niet gaat koken. En tenslotte een man in een uniform naast het raam die vos-papiers-s’il-vous-plaît wil zien. Soms een slagboom, vaker een handgebaar.

Een grenspassage is een ritueel dat in een tijd waarin we naar de maan reizen iets ‘onherstelbaar antieks’ houdt, heeft Cees Nooteboom geschreven. ‘Knijp je ogen half dicht, een gehannes van middeleeuwse lansknechten die halt roepen en je tegenhouden, een brug neer of een paal omhoog laten, en je bent in het Land van de Anderen.’

Op de terugweg uit Bretagne, drie weken later, alles nog eens, nu met een randje spanning omdat er onder de achterbank een paar flesjes witte wijn liggen die je dan nog niet in een Nederlandse supermarkt kunt kopen. Misschien waren er zelfs nog geen supermarkten.

Bastogne

Grens tussen België en Luxemburg

Het Land van de Anderen – even voorbij Brussel, net voor de afslag Walibi, weet je zeker dat je daar bent als op de borden Bergen in Mons verandert. Al blijft de tomtom stug volhouden dat ik op weg ben naar Bastenaken. Bastogne, een stadje aan een kruispunt in de Ardennen, is synoniem met het Duitse offensief tegen de geallieerde legers in de winter van 1944, die de frontlinie hier een dikke maand lang ver naar het westen zou doen uitstulpen – vandaar The Battle of The Bulge. Ook als je even niet aan nationale grenzen denkt, passeer je steeds andere jaarringen van de Europese geschiedenis.

Ik rijd de Moezelbrug over en sla rechtsaf, een paar honderd meter door Duitsland en dan verandert niet het landschap, wel de voertaal. Welkom in Le Pays des Trois Frontières. In de verte braken koeltorens stoom uit. Dat is de Franse kerncentrale bij Thionville. Want Europese gedachte of niet, landen hebben nog steeds de neiging om bedrijvigheid met een risico zo dicht mogelijk bij de grens met de buren te parkeren. Denk ook: Borssele, Doel, Kalkar.

In Frankrijk was er begin deze week weinig groter nieuws dan de vaccinatieplicht die president Macron zondag afkondigde. Zorgpersoneel moet zich laten prikken en wie weigert krijgt geen loon meer. ‘Het is beter dat de niet-gevaccineerden de beperkingen het zwaarst voelen,’ zei de president.

Vanaf 1 augustus is het bovendien noodzakelijk een pass sanitaire te tonen – het Franse inentingsbewijs, of bewijs dat je van Covid-19 bent hersteld – bij bezoek aan café, restaurant, winkelcentrum of verzorgingshuis en zonder mag je ook het vliegtuig niet in. Alleen een negatieve testuitslag voldoet dan dus niet langer.

‘Zonder het met zoveel woorden te zeggen wordt een vaccinatie verplicht voor iedereen die er iets op na wil houden wat op een sociaal leven lijkt,’ was het commentaar van website Politico Paris. Vanuit de Franse horeca klonken protesten (‘Ik ben een cafébaas, geen politieagent’), maar ondanks kleine concessies over het invoertempo (voor tieners wordt de pass sanitaire pas eind augustus pas verplicht), krijgt de ‘vaccinatiesamenleving’ onmiskenbaar gestalte.

Het goede nieuws voor buitenlandse bezoekers is dat het digitale Europese ‘certificaat’ ook in Frankrijk geldt. Maar zoals een Ierse krant schreef: ‘Voor niet-gevaccineerde toeristen in Frankrijk wordt het een korte vakantie.’

Wissembourg

Bunker van de Maginot-linie

Dat de Rijn de grens tussen Frankrijk en Duitsland vormt, spreekt niet vanzelf. De Franse noordoosthoek Elzas-Lotharingen was altijd een klassiek ‘grensgebied’, een bufferzone die officieel bij de staatkundige lappendeken aan de oostkant van de Rijn hoorde en cultureel al helemaal. Pas in de achttiende eeuw viel de regio aan Frankrijk toe. Maar sinds 1870, toen Pruisen Frankrijk versloeg, is Elzas-Lotharingen drie keer van eigenaar veranderd.

De Maginotlinie – de honderden forten en bunkers met het schootsveld naar Duitsland – die hier na de Eerste Wereldoorlog werd gebouwd, kon de Tweede niet voorkomen. Sinds 1945 is dit opnieuw Frankrijk. Maar Frans-Frans voelt het er nog steeds niet. Dit was en is een land van Fachbau-huizen en zuurkool. En naast croissants heeft de bakker ook Bretzel.

Vous restez là!,’ snauwt de hotelier vanachter zijn mondkapje als ik hem vanachter mijn eigen mondkapje, maar toch iets te nabij, om een kamer vraag. Zijn hotel, in de Franse grensplaats Wissembourg die ooit Weissenburg heette, is nog maar kort open en het is volstrekt onzeker hoe het vakantieseizoen voor hem zal uitpakken.

Al is het ook verleidelijk het argwanende karakter te zien dat meer grensvolkeren hebben. Je kunt immers nooit weten wie er morgen hier de baas komt spelen. Niet voor niets heet het venstertje boven een deur in het Elzas-Duits nog steeds een vasistas (van ‘Was ist das?’).

Niederwald

Die Wacht am Rhein; het Germania-beeld in Niederwald

In de diepte, onder de hellingen met wijnranken, worstelt een eenzame rondvaartboot zich tegen de stroom in. Aan twee zijden van de Rijn is het hier gewoon Duitsland, al was het ooit de grens van het Romeinse Rijk, de Limes. Mainz, achter een bocht in de rivier, was Montogiacum en de laatste buitenpost van de beschaving. Waar ik sta woonden Germaanse barbaren.

De godin Germania woont hier nog steeds: op de berg bij Rüdesheim am Rhein is ze vereeuwigd, een reusachtig beeld dat naar het westen kijkt. Het is gebouwd na de overwinning op Frankrijk in 1870, hét startschot voor een verenigd Duits Rijk. Op haar sokkel is Die Wacht am Rhein gebeiteld, het ‘tweede volkslied’ van Duitsland (‘Du Rhein bleibst deutsch wie meine Brust!’).

‘We zijn voor het uitzicht gekomen. Aan het gedachtengoed van 1870 zijn de meeste leerlingen nog lang niet toe’

Er is nauwelijks bezoek, in de gietende regen maakt een groep brugklassers zich uit de voeten. Het is hun laatste dag voor de vakantie, vertelt hun lerares. Ze komen uit Bingen – ze wijst naar de overkant van de rivier – en hebben de kabelbaan naar het Denkmal genomen. Wat haar leerlingen ervan vinden? ‘Helemaal niets,’ lacht ze. ‘We zijn voor het uitzicht gekomen. De meesten zijn hier nog nooit geweest, en aan het gedachtengoed van 1870 zijn ze nog lang niet toe in hun geschiedenisles.’

Ook in Duitsland loopt het aantal ‘deltabesmettingen’ flink op, al vallen de cijfers in het niet bij die van koploper Nederland. Voor het ECDC, het ‘RIVM van de Europese Unie’, was dat donderdag zoals verwacht aanleiding om Nederland op de risicokaart rood te kleuren met code donkerrood, de zwaarste gradatie, voor Groningen.

Waarna het Robert Koch Instituut, het Duitse RIVM, een dag later Nederland tot nieuw risicogebied uitriep. Wat voor ongevaccineerde reizigers uit Nederland onder meer een quarantaineverplichting en een verplichte ‘inreisaanmelding’ inhoudt.

Andere landen zullen naar verwachting met soortgelijke maatregelen volgen. Hoewel die zonder gerichte grenscontroles, behalve op vliegvelden, moeilijk zijn te handhaven, gaat er waarschijnlijk een ontmoedigend effect van uit op ongevaccineerde vakantiegangers. Hoe dan ook zal het de druk opvoeren om je alsnog te laten prikken; in Frankrijk liep het na Macrons aankondiging al storm bij de vaccinatiecentra.

Behalve Frankrijk voeren ook Italië en Griekenland een prikplicht voor zorgpersoneel in. In Griekenland geldt een inenting vanaf vrijdag 16 juli tevens als voorwaarde voor restaurantbezoek.

Ook in Duitsland woedt een discussie over een verplichte vaccinatie voor zorgpersoneel of zelfs in het onderwijs. Een Duitse Impfpflicht – niet het makkelijkste woord voor de nieuwslezer – lijkt er niet in te zitten. De juridische grondslag zou er weliswaar zijn, maar vooralsnog rekent de Duitse regering op solidariteit en groeiende vaccinatiebereidheid.

Behalve de viruskaart en het digitale EU-certificaat is de Europese bemoeienis gering. Tussen landen blijven de voorschriften – over maximale groepsgroottes, wel of geen mondkapjesplicht binnen en buiten, vaccinatieplicht om een hotel te boeken (wel in Duitsland, nog niet in Frankrijk) – sterk uiteenlopen. Het piept en het kraakt. Maar hun cumulatief effect is dat het een gevaccineerd Europa dichterbij brengt.

Lübeck

Veerboot van Puttgarden in Duitsland naar Rødby, Denemarken

Ik rijd naar Lübeck, havenstad van rode baksteen aan de Oostzee. Ik snuffel even bij de voormalige grensovergang naar de voormalige DDR. Die is nu een museum, Trabantje ernaast. Op 9 november 1989 ging ook hier de Muur open. Op de voormalige Totenstreifen, de kale strook grond langs het IJzeren Gordijn waar vluchtelingen werden neergeschoten, is nu een industrieparkje gebouwd.

Het hotel doet panisch over mondkapjes en time-slots voor het ontbijt, maar in de zwoele avond zitten overal langs de haven studenten ontspannen bier te drinken. Ik hoor Duits en Engels en Frans en Pools. Her en der vioolkoffers. De beroemde muziekschool van Lübeck staat ook aan de haven.

De veerboot naar Denemarken vaart wel. Je rijdt er zo op. Zodra we vertrekken gaat de dutyfreewinkel open. Aquavit. Lego. En de grote, driezijdige Toblerone-kokers die vermoedelijk alleen voor alle dutyfreewinkels in de wereld worden geproduceerd.

Als we drie kwartier later aanmeren in Rødby, is daar eindelijk mijn eerste en enige grenswachter. Waar de reis heengaat, vraagt ze. ‘Naar Duitsland, maar over land, via Jutland.’ Ik zeg dat ik journalist ben en een reisje maak. Of ze mijn paspoort niet wil zien. En de QR-code op mijn telefoon? ‘Niet nodig,’ glimlacht ze. ‘En goede reis!’

Grensovergang Rødby, Denemarken

Dit is een licht bewerkte versie van een reportage uit NRC Handelsblad (‘Nederland heeft code rood op de Europese viruskaart: merkt de Nederlandse reiziger dat?’, 16 juli 2021)


Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *