Elke golf draagt een herinnering

St Cyrus
De klifkust bij St Cyrus tussen Montrose en Stonehaven, Schotland

De Warnow een jaar vermist

Je kunt het niet zien vanaf de wal. Op een roestige meerpaal in de Voorhaven van Schiedam staat in witte letters: ‘Warnow Ship Repair’. Dit was de ligplaats van de Warnow, drijvend huis en werkplaats van Arnoud Brinkman, scheepsreparateur, muzikant, vrijbuiter. In maart vorig jaar gooiden Brinkman en zeven vrienden hier de trossen los en draaiden rechtsaf de Nieuwe Waterweg op.

Daarna lag Marja Zomer op deze plek met haar schip, een viskottertje dat ze zelf heeft verbouwd en waarin ze woont en werkt. Ze is schilderes en was Arnouds vriendin. In 2006 ging het uit, maar ze bleven vrienden. Vroeger schilderde ze bossen en bomen, nu ook schepen en havens. De letters op de meerpaal, die waren afgesleten, heeft ze ook opnieuw geschilderd. Maar morgen vertrekt ze, zegt ze.

Morgen, 15 april 2014, is het precies een jaar geleden dat de Warnow vanuit het Schotse Stonehaven op weg ging naar Noorwegen. Vijf Schiedamse vrienden waren daar afgestapt na een eerdere bijna-schipbreuk, omdat ze het te gevaarlijk vonden. Drie gingen verder: schipper Arnoud, zijn vriendin Tirza Smit en Peter van Liere, een bekende Zeeuwse drummer. Het werd slecht weer. In Noorwegen zijn ze nooit aangekomen. Vier kustwachten – de Britse, Noorse, IJslandse en Nederlandse – zochten weken naar het scheepje. Er zijn nooit lichamen gevonden, niet het kleinste wrakstuk. Bij gebrek aan nieuwe feiten is het onderzoek nu officieel gesloten.

Maar voor de achterblijvers – geliefden, ouders, broers, zussen, vrienden – is het moeilijk een bladzijde om te slaan. ‘Ik wilde hier een paar maanden liggen, maar ik bleef maar hangen,’ zegt Marja Zomer in de kajuit van haar kotter, waar het naar olieverf en machine-olie ruikt.

Fjord

‘Het is er altijd,’ zegt Jesse den Dulk, een van de vijf die in Schotland afstapten. ‛Als ik mijn ogen dicht doe, zit ik weer in die kajuit.’ Hij slaapt nog steeds slecht. ‘Zolang er niets wordt gevonden, hou je toch een klein beetje hoop,’ zegt Mirjam van Dijk, de vriendin van Peter van Liere. ‘Ik voelde dat ik de laatste moest zijn die de hoop opgaf.’

Het gebrek aan zekerheid was een marteling. Je vreest het ergste, maar zolang concreet bewijs uitblijft, klamp je je vast aan de kleinste strohalmen. Arnoud is wel vaker een tijd onbereikbaar, ze liggen vast in een fjord te vissen buiten telefoonbereik en lachen zich dood als ze dit horen, wuifde Jesse dagenlang de zorgen weg.

De Zeeuwse vrienden van Peter zamelden geld in zodat twee van hen naar de Shetland-eilanden konden reizen om hem te zoeken. Paragnosten hadden gezegd dat ze daar waren aangespoeld. ‘Je kunt het niet niet doen, al is het de allerkleinste hoop,’ zegt Ramon Bimmel, die naar de Shetlands ging. ‘Je denkt dat het anders je hele leven aan je blijft knagen.’

Dubbelzinnig verlies

Peters vriendin, Mirjam van Dijk, zegt dat ze zich van die eerste tijd heel weinig herinnert. Wel dat ze tien kilo afviel en dat ze voortdurend droomde dat ze verdronk.

warnow
De Warnow [Foto Jesse den Dulk]

Het is typerend voor wat bekend staat als het ‘trauma van het dubbelzinnig verlies’. Juist het gebrek aan informatie, het ontbreken van een lichaam en de minieme kans dat de vermiste toch terugkomt, maken het zo pijnlijk voor de machteloze achterblijvers. Het ontneemt ze de mogelijkheid om echt te rouwen en hun leven daarna opnieuw op te pakken. Toegeven aan hun rouw, zeggen dat een vermiste dood is, voelt als verraad. Wanneer maak je iemands kamer leeg? Wanneer breng je kleren of boeken weg? Zo blijven ze als het ware gestold in verdriet.

Ambiguous loss – de term is in de jaren 70 bedacht voor wat familieleden van vermiste Amerikaanse piloten in Vietnam voelden. Het overkwam nabestaanden van 11-september-slachtoffers van wie nooit een spoor is gevonden in de ruïnes van het World Trade Center. De familieleden van de 239 inzittenden van vlucht MH370, het vermiste Maleisische verkeersvliegtuig, worstelen er ook mee. En de term wordt zelfs gebruikt voor het machteloze verdriet dat familieleden van alzheimerpatiënten ervaren. Want ook die zijn er tegelijkertijd wel en niet meer.

Geen plaats

Een vermissing op zee vraagt de achterblijvers te aanvaarden dat ze waarschijnlijk nooit antwoord zullen krijgen op de vraag wat er precies is gebeurd. De zee neemt en geeft niet veel terug. ‘Het einde op zee heeft geen plaats,’ schreef de Duitse filosoof Andreas Weber in het tijdschrift Mare. ‘Wie daar verdwijnt, is overal gestorven waar het water zich wiegt. Elke golf draagt zijn herinnering – en de hoop van de achtergeblevenen dat de vermiste misschien nog leeft, ergens, aan een andere kant van de wereld. Wie op zee blijft is nooit werkelijk en definitief dood, anders dan een lijk dat in eerlijke thuisgrond begraven is. […] Voor de ouders van de mannen en vrouwen die zich in lekke schepen hebben toevertrouwd aan de Atlantische Oceaan maar nooit de afgesproken boodschap uit het beloofde land lieten volgen, zijn hun kinderen nog steeds onderweg.’

De achterblijvers van de Warnow hebben de vermissing allemaal anders verwerkt. Dana Smit, die in Schotland haar tweelingzuster Tirza nog eenmaal omhelsde en toen afstapte, is op een wereldreis gegaan. Marja Zomer, vóór Tirza Arnouds vriendin, vloog naar kennissen in IJsland. ‘Intussen zat ik drie uur uit het raampje naar de Noordzee te kijken,’ zegt ze. ‘Je wil iets doen en je weet dat je niets kunt doen. Het was een saluut, maar dat begreep ik pas later.’

Aanplakbakkebaarden

Mirjam van Dijk liet die eerste dagen een tattoo zetten. ‘I refuse to sink,’ staat er aan de binnenkant van haar rechter onderarm. En gezonken is ze niet. Er is een boom geplant met een steen erbij – zonder jaartallen – bij het huis van Peters ouders. Op 17 februari, de dag voor zijn 52ste verjaardag, heeft ze een bijeenkomst georganiseerd in Middelburg, met bands waarin hij ooit drumde. ‘Het voelde als de begrafenis die ik nooit zal hebben, en toch was het ook een feest,’ zegt ze. Met aanplakbakkebaarden en malle hoedjes die Peters handelsmerk waren. En spandoeken met zijn vaste uitdrukkingen. ‘Te hek, man!’, met die Zeeuwse h voor een g.

The Old Firm, zijn band die al een tijdje uit elkaar was, kwam weer even bijeen. En natuurlijk wilden ze ‘That was your mother’ spelen, een nummer van Paul Simon, waarin Peter altijd een absurde, minutenlange drumsolo ten beste gaf. Dat kan ik niet, zei de vervangende drummer. Waarop ze het nummer tóch speelden en bij het begin van de drumsolo overschakelden naar een groot scherm boven het podium met een YouTube-filmpje van Peter in datzelfde nummer. ‘Zo drumde hij daar zijn eigen solo,’ zegt ze. ‘Ik denk niet dat er iemand was die niet stond te huilen.’

Onzeewaardig

Bij de Schiedamse vrienden – het contact met de Zeeuwen is snel verwaterd – staat geen herdenking gepland. Jesse den Dulk gelooft niet ‘in één datum,’ zegt hij. Hij zit ook niet te wachten op een nieuwe golf kritiek op wat de buitenwacht beschouwt als een roekeloos avontuur in een onzeewaardig schip, zoals hem vorig jaar overkwam. ‘Mijn huid is nog niet dik genoeg.’

Arnoud leerde hem de golven te tellen als ze voor anker lagen. ‘Elke zevende golf is een hogere. Het verwerken is als de Noordzee zelf,’ zegt hij. ‘Het ene moment denk ik: wat ben ik gezegend dat ik dit heb mogen meemaken en het andere moment denk ik: waarom ben ik niet meer op mijn strepen gaan staan. Waarom heb ik Arnoud niet bij zijn keel gepakt en gezegd: en nu ga je godverdomme nadenken! Dan was het misschien anders gegaan. Maar hij was de schipper. Het was zijn boot. Ik was 23 en hij 48. Ik keek tegen hem op.’

Het is waar iedereen mee worstelt. Wat is er echt in Schotland gebeurd? Eerst besloten ze immers dat een oversteek te gevaarlijk was. Met zijn allen zouden ze langs de kust weer naar het zuiden varen. Maar Arnoud, Tirza en Peter bedachten zich, en voeren alsnog de storm in.

Bijna-schipbreuk

Een paar weken eerder was de Warnow door twee reddingboten in een ruwe zee al eens naar een haven aan de Engelse oostkust gesleept. Na dagen stormachtig weer waren zowel de stuurinstallatie als de motor kapot. De vijf afstappers zagen die bijna-schipbreuk als waarschuwing. Maar Arnoud en Peter hebben zich na die eerste storm misschien juist onoverwinnelijk gevoeld, elkaar op die laatste avond in Schotland misschien zelfs opgejut. ‘Zo van: als we dit hebben doorstaan zal de rest ook wel meevallen,’ zegt Mirjam van Dijk. ‘En dat moest dan ook liefst zo snel mogelijk – We gaan! Fuck it, we gaan gewoon!’ doet ze hem na met een grijns.

‘Hij had het in zijn kop, wilde niet terug naar huis om daar te vertellen dat hij niet verder dan Schotland was gekomen,’ zegt Jesse den Dulk. ‘Over Tirza denk ik: dit had nooit mogen gebeuren. Maar een zeemansgraf past wel bij zoals Arnoud was, iemand die zijn dromen tot het einde najaagt. Daar heb ik beter vrede mee.’

Buitenwereld

In al hun verdriet, dat voorlopig blijft komen en gaan als de vloed en de eb, blijven ze die houding bewonderen en tegenover de buitenwereld verdedigen. ‘Als je wilt kun je alles, dat straalde Arnoud uit’, zegt Marja Zomer. ‘Als je bij hem was, leek alles simpel.’ Hij belde haar nog op de dag voor hij uit Schotland vertrok. Ze vroeg hem of een bemanning van drie niet ‘een beetje weinig’ was. Maar Arnoud was opgewonden en optimistisch en zijn energieke zelf. ‘Hij ging gewoon.’

‘Vol gas door het leven, geen spijt willen hebben dat je iets niet gedaan hebt,’ zegt Mirjam van Dijk. ‘Dat was ook waarom ik Peter zo leuk vond.’ Op haar andere arm heeft ze later ook een tattoo laten zetten: de stemsleutel van Peters drumstel en de laconieke tekst ‘Gone fishing’. ‘Die eerste tattoo was voor mezelf; deze is voor hem,’ zegt ze.

Dit artikel is gepubliceerd in NRC Handelsblad en nrc.next op 14 april 2014.

Intussen is mijn boek over de fatale reis van de Warnow naar het noorderlicht verschenen, De Warnow. Een schip, een man, een droom. Uitgeverij Pluim (2019). 


Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *