De papieren werkelijkheid van de zeekaart

zeekaart_nrc

Navigeren werkt beter met papier en 4B-potlood

Ze heten Boulder en Street. Een groene en een rode boei, vlak bij elkaar aan de Engelse zuidkust, niet ver van Brighton. Ze vormen een ‘poortje’ waar je precies doorheen moet varen; aan weerskanten ervan zijn gevaarlijke ondieptes. Ergens recht vooruit, in de nevel, waar de lucht zee wordt, moeten die twee boeien liggen.

Ik maak me geen zorgen, want vanochtend vroeg heb ik de coördinaten van het poortje – 50°41,6’ N en 00°49,5’ W – in de gps getoetst. Zolang de koerspijl op het gps-scherm naar dat punt blijft wijzen, komen we er vanzelf, op een paar meter nauwkeurig.

Dat was vroeger wel anders. ‘Hou het zomerhuis van Lord Halifax op één lijn met de achterkant van de kerk van Selsea’ en ‘zorg dat de torenspits van Pagham precies boven de taxusbomen bij Bow Hill komt te liggen,’ luiden een paar aanwijzingen uit een zeemansalmanak voor dit gebied uit 1839.

Je moet er niet aan denken. En toch verlaat ik me niet alleen op de gps, de TomTom van de zee, die met zijn elektronische kompasroos en geruststellend verspringende cijfers naast het kajuitdeurtje hangt. Af en toe loop ik naar binnen, het trapje af, om op de zeekaart te kijken die op de kaartentafel ligt uitgevouwen. Elk uur, of bij elk belangrijk punt in de route, teken ik onze positie in, en ik trek de potloodlijn door van de koers die we ‘over de grond’ hebben afgelegd.

Je overgeven aan een groot systeem

‘Over de grond’ betekent op zee iets anders dan ‘door het water’. Zeilen op zee is je overgeven aan een groot systeem van wind en bewegend water, dat met elke eb en vloed verandert. Met stroom mee ga je sneller over de grond dan door het water. En stroom tegen kan betekenen dat je over de grond nauwelijks vooruitkomt, ook al snijdt de boeg bruisend door de golven. Als de stroming van opzij komt, moet je er soms uren schuin tegenin sturen, om toch op het goede punt uit te komen. Zoals je vliegtuigen soms schuin ziet landen bij dwarswind.

Toch ben je geen willoze speelbal van de elementen. Met kaart, de getijdetafels en de stroomatlas – die laat zien op welke plaats in welke richting het stroomt, en hoe hard – kun je uitrekenen of je plannen uitvoerbaar zijn. En hoe laat je moet vertrekken om zoveel mogelijk profijt te hebben van wind en schuivend water.

Dat is geen vrijblijvende excercitie. Tussen Boulder en Street stroomt het vaak net zo hard als de boot kan zeilen. Daar kun je maar beter geen stroom tegen hebben. Ik heb uitgerekend dat we om 06.00 uur ’s ochtends uit Brighton moesten vertrekken, om zo lang mogelijk stroom mee te hebben. Je hebt er ook een app voor. Tegen mijn buren aan de steiger, die dezelfde tocht van Brighton naar Portsmouth willen maken, heeft hun app verteld dat ze pas om 08.00 uur hoeven te vertrekken. Ik doe mijn sommetjes over, en hou het toch maar op 06.00 uur. Tien tegen één dat mijn buurman vergeten is zijn app aan de Britse zomertijd aan te passen.

Al die elektronica kan kapot

Natuurlijk, elektronica is aan boord niet meer weg te denken. Er zijn geen zeilers meer die nog zonder gps de zee op gaan. Maar al die elektronica kan wel kapot – en dat gebeurt op de meest onwelkome momenten. Dan moet je kunnen terugvallen op het oude handwerk. Dat is overigens niet wat ik tegen elektronica heb. Wel dat de zekerheid die ervan uitgaat, soms schijn is.

De papieren werkelijkheid van de zeekaart voelt het meest ‘echt’. Elektronica geeft me het idee dat ik een toeschouwer ben. Goed navigeren doe je allereerst in je hoofd, op een mental map. Op de laatste eb een kaap ronden en aan de andere kant de eerste vloedstroom meepikken, zou dat lukken? Inschatten wat het betekent als over een uur de wind naar een andere hoek draait – is die haven dan nog ‘bezeild’ of moeten we aan een alternatief denken? Er is geen app die dat zoute krachtenspel in je hoofd kan vervangen. Maar een papieren zeekaart, een zacht potlood en een gommetje trekken je als vanzelf die mental map binnen.

‘Ik kan me geen levenloos object voorstellen waarmee je op momenten van spanning een intiemere en afhankelijker relatie hebt,’ schreef Libby Purves, BBC-journaliste en zeilster, vorig jaar in Yachting Monthly. ‘Een zeekaart, een almanak – ze zijn een onmisbaar deel van onze kostbare en zenuwslopende liefdesaffaire met de zee.’

Overbodige verbeelding

En toch moeten we afscheid van ze nemen. Het tijdperk van de papieren zeekaart loopt ten einde. De toekomst is aan de kaartplotter, de elektronische kaart die altijd met je mee beweegt en waar je zelf altijd in het midden staat. Verbeelding is er steeds minder bij nodig.

Waar blijven Boulder en Street toch? Opeens zie ik ze, kleiner dan ik had gedacht, soms verdwijnen ze achter een golf. Street is fluorescerend oranjerood, Boulder iets heller groen dan de zee.

Ze liggen net niet op de plek waar de gps ze vermoedt, zodat ik nog flink moet bijsturen om er tussendoor te varen. Trekkend aan hun ketting in de sterke stroming hebben ze allebei een boeggolf. Zo is het alsof ze naar ons toe varen.

De kaart op papier verdwijnt vanaf nu

De Amerikaanse hydrografische dienst heeft als eerste ter wereld besloten geen papieren zeekaarten meer te drukken. Vanaf april 2014 publiceert de dienst alleen nog digitale kaarten, bedoeld voor het beeldscherm. De zogeheten NOAA-kaarten – genoemd naar de National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA), waaronder de Amerikaanse hydrografen nu vallen – blijven op papier alleen beschikbaar als zogeheten print on demand, die een gebruiker tegen betaling kan laten afdrukken door een gespecialiseerd bedrijf.

De Amerikaanse stap is ingegeven door bezuinigingen, afnemende vraag naar papieren kaarten en het toenemend gebruik van elektronische navigatiemiddelen, zei kapitein-ter-zee Shep Smith, hoofd van NOAA’s zeekaartenafdeling. Sommigen slaken nu een nostalgische zucht over het verdwijnen van een traditie, zei hij. Maar het voordeel is dat digitale kaarten continu up-to-date worden gehouden. ‛Je hebt steeds de laatste versie’, aldus Smith.

Ook bij de Dienst der Hydrografie, uitgever van de Nederlandse zeekaarten en erfgenaam van de eeuwenoude cartografietraditie in de Lage Landen, nadert het papierloze tijdperk, al blijft de Dienst voorlopig papieren kaarten uitbrengen, naast de e-versies die al langer verschijnen. Hetzelfde geldt voor de Britse Admiralty, de grootste uitgever van zeekaarten ter wereld. Tot nu toe verschenen steeds nieuwe edities van een zeekaart als er belangrijke wijzigingen op navigatiegebied zijn opgetreden. Zoals nieuwe wrakken of grote veranderingen in dieptes.


Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *