Virtueel varen

Monding van de Colne aan de Engelse oostkust; links Mersea Island, rechts Brightlingsea. Gravure uit de negentiende eeuw. [Ordnance Survey]

Over uitgesteld verlangen

Knoll, Eagle, Colne Bar, Bench Head – zo heten de boeien die je passeert als je de monding van de Colne bereikt, aan de Engelse oostkust. Niet dat je daar nu mag varen met je jachtje. Tot nader order is alle leisure sailing verboden, en ik moet nog zien dat het deze zomer wel mag.

Vandaag bij de post: The Practical Boat Owner Small Craft Almanac 2020. Een boekje vol nautische gegevens voor ‘praktisch ingestelde schipper-eigenaars van een klein scheepje’. Zo zien wij onszelf graag. Onze soort is nog niet zo oud, nog geen eeuw. Voor die tijd was plezierzeilen alleen iets voor de zeer welgestelden, die zich een groot wedstrijdjacht met een professionele bemanning konden veroorloven. En welgesteld alleen was niet genoeg. Berucht is het besluit van het Royal Yacht Squadron in Cowes, de meest bekakte jachtclub ter wereld, om de theemagnaat Thomas Lipton niet toe te laten als lid, omdat hij ‘in zaken’ zat.

Toch begonnen niet lang daarna nóg gewonere mensen plezier aan zeilen te beleven. Met kleine bootjes, niet alleen aan de grote, donkerblauwe watervlakten met hun lange deining in het zuiden, maar ook aan de Engelse oostkust met zijn zandbanken en modderige rivieren en kreken, waar je precies moet uitrekenen wat de eb- en vloedstroom met je zullen doen en wanneer je door welke geul kunt. ‘Sportief’ kreeg een wijdere definitie dan de America’s Cup.

De monding van de Colne is een labyrint van zandbanken die zich voortdurend verleggen. Knoll, Eagle, Colne Bar, Bench Head – hoe mooi om die tonnen te zien opduiken in het grijze water. Alleen al het lezen van die namen flitst me terug naar de laatste keer dat ik daar voer. Hou ze trouwens wel in de goede volgorde. ‘Het is verleidelijk om bochten af te snijden, maar het is zelden de moeite waard,’ zegt The East Coast Pilot, die andere vaargids, koel.

Book of Prayer

Als Reeds Nautical Almanac, het vuistdikke nautische naslagwerk voor de Britse eilanden en de Europese kusten van Noordzee en Atlantische Oceaan, de Bijbel is, dan is de PBO Small Craft Almanac het Book of Prayer – kleiner en half zo zwaar – heeft een recensent opgemerkt. Ik associeer vooral: telefoonboek. De helft van de ruim 400 pagina’s is gevuld met getijdetabellen. Heel handig. En tabellen waarin je kunt opzoeken hoe ver je van de kust bent als je het licht van een bekende vuurtoren net boven de horizon ziet uitkomen. Die cijferreeksen met distance off rising/dipping lights lezen nog steeds buitengewoon romantisch, maar sinds de uitvinding van de gps zijn ze zelfs voor de meeste praktisch ingestelde schippers van kleine scheepjes toch minder relevant.

De andere helft van de almanak bestaat grotendeels uit lijsten van boeien en andere navigatietekens met hun breedte- en lengte-coördinaten. En om die laatste was het me te doen toen ik op ‘naar winkelwagentje’ klikte.

Knoll, Eagle, Colne Bar, Bench Head – ik vergelijk hun jongste coördinaten met die in mijn navigatie-app. De laatste drie tonnen zijn de afgelopen drie jaar allemaal enkele tientallen meters verplaatst. Niet zo veel, op het oog, maar stel dat je de Colne, waar de zandbanken steile randen hebben, in zomerse zeemist moet opvaren, misschien binnenkort al, dan is het toch leuk als ze opduiken op de plaats waar je ze verwacht.

En dan vaar ik in gedachten door, voorbij Bench Head en de tonnen nr 8 en nr 9, ik lijn de boeg op naar Bateman’s Tower, de toren met zijn grote vensters die vader Bateman voor zijn tuberculeuze dochter liet bouwen aan het strand, maar we draaien niet rechtsaf, de haven van Brightlingsea in, maar varen door naar Pyefleet Creek, achter Mersey Island. Daar laten we na een lange dag op zee ten slotte het anker vallen, naast een Thames-barge, het Engelse antwoord op de Nederlandse tjalk, in de modder, die, zo verzekert de vaargids, van een plakkerigheid is die zijn weerga aan de Engelse oostkust niet heeft.

En dan verheugen we ons er nu al op om morgenochtend met de rubberboot naar de wal te roeien, aan te leggen bij die ene wrakke steiger, en net achter de dijk een doosje oesters te kopen bij de Colchester Oyster Fishery. Dat staat dus allemaal niet in die Small Craft Almanac, en ook niet in de grotere zeilbijbel, maar als ik al die tabellen lees, zie ik het toch.


Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *