De lucht alleen

14. September 2024 Nederland 0
De Maas bij Grave
De Maas bij Grave [Foto Kees de Bruin]

Zeven fotoreportages over een vluchtig element

Wat vanzelf spreekt, is vaak onzichtbaar. Denk aan de twee jonge vissen, die David Foster Wallace ooit opvoerde. Een oudere vis die ze tegemoet zwemt zegt: ‘Morning, boys. How’s the water?’ De jonge vissen zwemmen verder en na een tijdje zegt de een tegen de ander: ‘What the hell is water?’

Daar moest ik aan denken toen de fotoredactie van NRC ‘de lucht’ als onderwerp koos voor de jaarlijkse zomerserie. De lucht is er altijd, en we kijken er graag naar, maar dan is het naar de wolken, bijvoorbeeld om te zien wat voor weer het wordt, of naar de sterren, of naar een vliegtuig. De lucht zelf, doodstil of kolkend, het gasmengsel van stikstof, zuurstof en kooldioxide dat de steen omringt waarop wij door de ruimte suizen, zien we eigenlijk niet. 

Maar luister naar Kees de Bruin op zijn torenkraan, die met elke hijs de wispelturige lucht zichtbaar maakt. ‘Een kubel betonspecie moet je heel anders draaien dan elementen voor een gevel die je laat zakken in een smalle spelonk tussen twee gebouwen. Dat kan alleen als je je rust bewaart, de last rustig houden. Rekening houden met de wind. Soms zit er een hijsje tussen waarvan je denkt als je van boven kijkt: dat is onmogelijk. Maar dan lukt het toch en dat is kicken.’

Kijk omhoog, in de verte, of vanuit de hoogte naar beneden. Wat zie je? Zeven fotoreportages door NRC-fotografen met de lucht als perspectief.

Alle afleveringen

Ze kent wel de namen van sommige wolken, altocirrus, stratocumulus, rolwolk, maar dat is niet waar het Vian Paashuis om gaat. Ze is een beetje bang dat haar wolken hun magie zouden verliezen als ze te veel over ze weet. Een schouwspel wordt dan opeens informatie. Ze verzamelt geen wolken zoals je postzegels verzamelt. (Bijna niets, Foto’s Vian Paashuis, 13 juli 2024)

wolkenlucht
ijsvogel

dolk op wieken in een jasje van kobalt/ buik oranje…maar de oogwenk ziet/ even maar een blauwe vlam […]

De dichter (Arie van den Berg) heeft een ijsvogel gevangen, zij het alleen in woorden. In zijn zelfaangelegde natuurreservaatje lukt het Ruurd Jelle van der Leij ook met de camera keer op keer om het oranje van blank koperdraad en het elektrische blauw van kortsluiting te vangen.  (De ijsvogel is makkelijk te fotograferen, zegt deze natuurfotograaf, Foto’s Ruurd Jelle van der Leij, 17 juli 2024)

Je ziet wat Kees de Bruin ziet uit de cabine van zijn torenkraan. In Rotterdam met uitzicht op de Erasmusbrug, in Scheveningen met uitzicht op zee, of boven ‘een putje’ in Sassenheim. Meestal aan het begin van de dag, als het net licht is, ‘het blauwe uurtje’. Gewoon klik-klak, en boven in de foto zie je altijd wel de giek van de kraan. Dan bedenkt hij dat hij en zijn kraan zelf ook een deel van de skyline zijn.  (Elke hijs is anders, zegt de kraanmachinst, Foto’s Kees de Bruin, 26 juli 2024)

torenkraan
polsstokverspringen

Wie zijn polsstok niet over het dode punt weet te krijgen, valt in het water. Opvallend: noch het publiek, noch andere springers lachen als het misgaat. Dit is een ernstig spel, geen Bloopers of Te land, ter zee en in de lucht. Er is alleen die plons en een korte luidsprekerrecensie van de commentator in het busje van de Polsstokbond Holland. (Het magische gevoel van een vloeiende beweging zonder plons, Foto’s Kees van de Veen, 9 augustus 2024)

Op de ballustrade van de panoramatoren wijzen pijltjes naar plaatsen voor of ver achter de horizon: ‘Giethoorn, 28 km’, Rome, 1320 km’, ‘New York, 5954 km’. Die pijltjes wijzen de facto ook terug: ze vertellen waar je je bevindt in dit web. Appelscha als centrum van de wereld. (De Bosberg in Appelscha, een duin met een geheim, Foto’s Wouter de Wilde, 2 augustus 2024)

uitkijktoren
paragliding

Paragliden XC staat voor cross-country, waarbij je een langere afstand boven land aflegt. XC volgt de thermiek, kolommen van warmere lucht die op sommige plaatsen oprijzen. Daarin laat je jezelf omhoog wentelen en als je boven bent vlieg je verder en zoek je de volgende thermiekbel. ‘Zo doen gieren het ook, en ooievaars en buizerds,’ zegt paraglider Hans ter Maat.  ‘Een paar keer heb ik met adelaars gevlogen, die draaiden zo schuin hun kop naar me toe. Heel gemoedelijk, zo van: zolang jij gewoon doordraait, zijn wij goeie vrienden. Nou ja dat las ik erin.’ (Paragliden als een vogel, Foto’s Wouter de Wilde, 16 augustus 2024)

Samen klimmen ze in een trage bocht omhoog, volgen elkaar en draaien van elkaar af, om elkaar onderaan een cirkel of ellips, vlak boven het gras weer te ontmoeten. Ze wentelen om elkaar, verstrengelde lijnen, ontstrengelde lijnen, vluchten met schokjes weg, hervinden elkaar. En dan draait de ene vlieger zich ondersteboven en vlijt zich tegen de andere vlieger. Zo schuiven ze samen langs de lucht, als parende libellen. Met zulke quad kites kun je tekenen in de lucht. Als je het eenmaal kunt. (Ooit waren vliegers een bamboe kruis met vliegerpapier en een touwtje. Nu zijn het acrobaten, Foto’s Giedo van der Zwan, 23 augustus 2024)

 

vliegeren

De Perseïden, een meteorenzwerm, beloofden hun lichtspektakel te verzorgen aan het verst zichtbare stukje van de lucht die ons omringt. Goed onderwerp, leek het, voor de slotaflevering van deze reeks fotoreportages. Je hebt er niet veel voor nodig, alleen duisternis en vrij zicht op een heldere hemel. Maar dat pakte anders uit. (Sterren kijken (z)onder de sterren, Foto’s Simon Lenstra, 30 augustus 2024)


Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *